Het is al bijna twee weken geleden dat ik deze nakende zaak tot gedane zaak maakte. Maar ik beloofde een blogpost en een blogpost zullen jullie krijgen. Ik heb zelfs een notitieboekje meegenomen en opvallende dingen genoteerd om dit tot een goed einde te kunnen brengen. Dus redelijk flink, ik moet alleen nog wat aan timing leren werken.
Here we go:
Op donderdag 10 juni vertrokken we. De zo-goed-als-onbekende had op het laatste nippertje nog de gegevens van het hotel geprint. Maar we hadden geen flauw idee bij welk Undergroundstation we dat hotel dan zouden kunnen terug vinden. Dat leidde tot een onvoorziene, maar niet onaangename ontdekking van het prachtige ondergrondse Londen.We vonden uiteindelijk het hotel en er was een sushibar vlakbij. Vreugde alom, want sushi, daar houden wij wel van. Dus dat aten we.
En toen was het laat en gingen we slapen.
Op vrijdag 11 juni ging de zo-goed-als-onbekende de meneer uithangen en vertrok hij al vroeg naar een congres, meeting, lezing of wat dan ook. Ik ben geen meneer, ik spreek geen meneren-taal.
Maar dat gaf mij dus de hele dag om dingen te doen die zo on-meneer zijn, dat ik er zelf van ging duizelen. Ik ging naar Regent’s park, en ontbeet tussen de rozen. Ik schuimde heel Oxford street af om in Hamley’s terecht te komen. Daar kocht ik voor £10 Jelly Beans en zocht ik een fantastisch kaartspel dat Gloom heet. Dat hadden ze niet, maar een van de personeelsleden (aangenomen om met een soort legoschaakspel te spelen met passerende kinderen) kon me vertellen dat ik moest gaan zoeken in Museumstreet, bij het British Museum.
In die straat was er nauwelijks iets te zien… Zeker geen spelletjeswinkel. In de war en licht teleurgesteld dwaalde ik daar dan maar wat rond. Maar toen verscheen er op een hoek een stripwinkel! (Hij verscheen in mijn gezichtsveld, waarschijnlijk niet echt in de wereld, maar dat kan ik niet met zekerheid zeggen.) Ik dacht: “Stripwinkels en spelletjeswinkels, die hebben vaak een soortgelijk publiek! Ik vraag het daar even.” De uiterst vriendelijke meneer-van-de-stripwinkel (een ander soort meneer dan de zo-goed-als-onbekende) wist me te vertellen dat het bewuste winkeltje twee weken geleden opgedoekt was. Maar hij kende wel een ander winkeltje dat mogelijk mijn begeerde goed verkocht.
Ondertussen had ik al bericht gekregen van vrienden dat ze er bijna waren, dus ging ik even in het zonnetje zitten voor het museum om hen op te wachten. Daar zag ik hoe twee rivaliserende Japanse toeristen groepen bijna met elkaar op de vuist gingen. Jammer genoeg is mijn Japans beperkt tot wat er op sushimenukaarten staat en wist ik er het fijne niet van.
Ik vond, samen met de vrienden, het winkeltje dat in War games gespecialiseerd bleek te zijn. Mijn spelletje was er gelukkig ook. En een enthousiaste Vlaming die riep: “Oh, ik dacht dat ik de enige Vlaamse war gamer was in Londen!”. We hebben maar braaf nee geknikt en hebben ons spelletje betaald. Bij de volgende bijeenkomst van “Vlaamse war gamers in Londen” zullen we gemist worden.
Tegen de tijd dat we die buurt verkend hadden, iets waren gaan eten en nog wat shop browsing hadden gedaan, was het tijd om naar St Paul’s cathedral te gaan, waar ik met de zo-goed-als-onbekende had afgesproken. Zijn haar was geknipt door iemand waarvan hij dat eigenlijk niet echt wilde. En hij had problemen gehad in de tube. Zijn kaartje werkte niet meer. Dus vroeg hij aan een werknemer daar hoe dat kwam. Hij kreeg het geniale antwoord: “Unless you’re a timelord or something, this ain’t going to work today.”, want het was zijn daypass van gisteren. Misschien moest je erbij geweest zijn.
We zijn dan nog op de bovenste verdieping van het Tate modern rode wijn en Curiosity Cola gaan drinken. Je hebt daar een prachtig uitzicht, dat de hele tijd geblokkeerd werd door mensen die ervoor gingen staan en dan een foto van zichzelf namen. “Kijk, hier blokkeer ik het prachtige uitzicht op St Paul’s.”
Toen was het ineens laat. En gingen we slapen.
Op zaterdag 12 juni stond de niet-meer-zo-onbekende erop van een English breakfast tot ons te gaan nemen. Dat deden we onderweg naar Portobello Market. Daar wenste ik me onmiddellijk een machete om me een weg te banen door de stroom van toeristen. Gelukkig konden we een zijstraatje in slaan. Daar vonden we een vrolijke surfer (qua stijl, ik weet dat je in Londen niet écht kan surfen) die een VW busje had omgebouwd tot klein café. Hij verkocht ook curiosity cola en het beste Ginger Beer dat ik ooit gedronken heb. Omdat ik, ook in Londen, last heb van hooikoorts, was het een aangenaam gevoel mijn sinussen zich te voelen openen door de gember in het bier. Toen ik dit meldde aan de niet-meer-zo-onbekende, meende hij verstaan te hebben dat ik van mijn cynisme verlost was dankzij Ginger Beer. Maar hé, het was lekker maar gaat geen wonderen verrichten.
Na de lunch zijn we Hyde Park ingedoken, waar Peter Pan zich ergens verstopt. Ik heb hem niet gevonden. Er was wel een duif die deed alsof ze een eend was. En eenden die een lek in hun boeg hadden of om een andere reden toch erg diep in het water lagen.
Daarna gingen we onze bagage ophalen in het hotel. Prinsejse zonneschijn (een erg norse homo) had er gelukkig wel goed op gelet. En toen was het al tijd om de toch-al-wel-bekende op de trein te zetten.
Ik ging, met mijn prachtig koffertje, naar Leicester Square waar ik met een vriendin had afgesproken om naar het fantastische ‘Avenue Q’ te gaan kijken. Dat is een musical met poppen, die dingen zingen als “The internet is for porn” en “You can be as loud as the hell you want when you’re making love”.
En toen was het ook al redelijk laat en ben ik met de vriendin mee gegaan en mocht ik op haar kamer slapen.
Op zondag 13 juli heb ik vooral gewinkeld op Spittalfields Market. En kunnen afdingen op verschillende prachtige kledingstukken. ’s Middags zijn we een pannenkoek gaan eten in een pannenkoekenhuisje waar een “I’ll have what she’s having” pannenkoek op het menu stond. Wij vonden dat verwarrend.
We zijn ook nog gaan wandelen in Brick Lane en omgeving.
En toen was het nog niet zo laat maar moest ik de Eurostar halen. Daar speelde ik nog even stoelendans met mensen die samen geboekt hadden maar niet naast elkaar zaten (ik ben drie keer van plaats veranderd).
En toen was ik terug in Brussel en was het laat en ben ik gaan slapen.